In 1856 schreef George Price een standaardwerk over het belang van het achter slot en grendel veiligstellen van bezittingen. Hij was verontwaardigd over het gebrek aan besef van veiligheid. Hiermee werd een begin gemaakt met de ontwikkeling van veilige kluizen.
De eerste sloten worden gedateerd op 4.000 jaar geleden. Archeologen hebben muurschilderingen gevonden in de oude stad Nineveh, in Irak. Ook de Egyptenaren hadden sloten evenals de Romeinen. Deze waren de uitvinders van het bontebaardslot, dat tot de 18e eeuw het meest gebruikelijke zou blijven.
Het maakt gebruik van het hefboom principe om de grendel te verschuiven. In het slot zijn meerder platen aanwezig en het profiel past op de baard van de sleutel. Als dit niet hetzelfde is dan blijft de sleutel steken. Voor inbrekers was dit niet al te moeilijk. Met gebruikmaking van een loper en bijenwas kon een exacte kopie snel gemaakt worden.
Van klavier- naar cilinderslot
In 1778 kwam een doorbraak toen Robert Barron het klavierslot uitvond., waarbij pennen in het mechanisme kunnen schuiven. Wanneer de sleutel ronddraait worden de klavieren op hun plek geschoven.
Het eerste cilinderslot kwam kort daarna, toen Joseph Bramah het eerste radiaalslot patenteerde in 1784. Veren drukken pinnen en plaatjes tegen de cilinder. De sleutel heeft insnijdingen die in rechte lijk met de stiften en plaatjes moet komen om het slot te openen. Dit maakte het de inbrekers al een stuk moeilijker om de sleutel na te kunnen bootsen.
Linus Yale vond in 1844 het eerste stiftcilinderslot uit. Zijn zoon Linus jr. verbeterde dit in 1861, waardoor het zijn moderne vorm kreeg. Het slot wordt gekenmerkt door 5 stiften die door veren en pinnen naar het midden worden bewogen.
In 1851 vond er een wedstrijd plaats tussen meesterslotenmakers en meesterinbrekers. Het bleek dat de gebroeders Chubb een inbraakveilige kluis hadden geproduceerd, waarop patent kon worden aangevraagd. Bovendien moest een kluis brandwerend zijn.
Elektronische sloten
Tegenwoordig is het voor inbrekers niet meer gemakkelijk om een kluis open te breken. Als je bijvoorbeeld kijkt naar hedendaagse schoolkluisjes dan wordt duidelijk waarom dat zo is. Het betreft vaak een kluisjes die elektronisch worden geopend.
Ze vallen te openen met een pasje of smartphone, een sleutel komt er niet eens aan te pas. Het wordt bediend vanuit een centraal beheersysteem. Door deze ontwikkelingen is het bijna onmogelijk geworden om een slot te kraken.
De verontwaardiging van George Price heeft in ieder geval zin gehad. Mede door zijn boek is de bewustwording over veilig opbergen gegroeid.