Tegenwoordig spreken we van klassenmanagement als middel om de discipline in het klaslokaal te handhaven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het geven van waarschuwingen of het apart zetten van leerlingen. In de achttiende eeuw werden voornamelijk lijfstraffen toegepast.
Een veelgebruikt hulpmiddel was de pechvogel. Dit was een vogel die gemaakt was van stof en gevuld met zand. De leraar gebruikte het om dit naar een zich misdragende leerling te gooien. Deze had de taak om de pechvogel terug te brengen. Vervolgens kreeg de onfortuinlijke scholier slaag met de roede of moest deze het schandbord dragen.
Klassikaal systeem
Nadat in 1806 het klassikale systeem werd ingevoerd, verdween de pechvogel. De klassen werden kleiner en de leerlingen zaten in rijtjes aan grote tafels. Hierdoor zaten ze met hun gezicht naar de meester gericht. Er werd geschreven op een lei met een griffel.
In 1874 werd in de wet vastgelegd waarin er negen verschillende groottes van schoolmeubilair werden voorgeschreven. Voor het eerst werden de zit- en schrijfhoogte, de hellingsgraad en de afstand tussen stoel en tafel beschreven. De stoelen hadden nog geen rugleuning, omdat dit zou leiden tot verslapte aandacht.
In 1900 werd in Nederland de leerplichtwet aangenomen. In die tijd volgde 90 % van de bevolking lager onderwijs. Het vroegtijdig verlaten van school werd verboden. Er werden speciale schoolopzieners aangesteld. Er werd een begin gemaakt met meer individuele benadering van leerlingen. Het Bijzonder Laag Onderwijs (BLO) werd bijvoorbeeld opgericht.
De overheid ging speciaal onderwijs te subsidiëren. In 1920 werd het speciaal onderwijs erkend in de onderwijswet. Er kwamen sinds 1930 speciale cursussen voor leerkrachten om pedagogische kennis over te dragen.
Veranderend meubilair
De leerlingen zaten vanaf 1900 op andere meubels , gemaakt van gietijzer en hout en geschikt voor twee personen. Later werden deze tweezitsbankjes gemaakt van hout, maar de werkelijke verandering op het gebied van meubilair vond plaats in de jaren 60 van de vorige eeuw. Dit had te maken met nieuwe inzichten in de pedagogie. De ongemakkelijke banken werden vervangen door gemakkelijk verplaatsbare stoelen en tafels.
Tegenwoordig is de algemene opinie dat de leerlingen te veel zitten en te weinig bewegen. Nu wordt er meer gekeken naar een flexibele en dynamische schoolinrichting. Dit heeft er voor gezorgd dat het meubilair veranderd is.
Zo zijn er speciale zit/sta tafels waarbij de leerlingen op een meer afwisselende manier aanwezig kunnen zijn. Er kan gebruik gemaakt worden van tussenwanden wanneer sommige kinderen behoefte hebben aan privacy. Er zijn gezellige loungeruimtes voor de pauze. Voor de pechvogel is geen plek meer, in onze tijd staat de leerling centraal.